Deze generatie leefde ten tijde van koningin Wilhemina en maakte de zowel de mobilisatie voor de Eerste Wereldoorlog als de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog mee.
Tussendoor leidde de economische crisis van 1929 tot massale werkloosheid. Desondanks steeg het aantal inwoners van Nederland van 6 miljoen in 1914 naar 9 miljoen in 1939.
Tussendoor leidde de economische crisis van 1929 tot massale werkloosheid. Desondanks steeg het aantal inwoners van Nederland van 6 miljoen in 1914 naar 9 miljoen in 1939.
Snel naar: Johan Koop - Anton Koop - Jaap Koop - Jan Koop - Aad Koop - Joost Koop
- Tak B -
XI.B.c. JAAP (Jacobus Johannes) KOOP
Manufacturenkoopman te Schagen, winkelier in herenkleding te Beverwijk en tenslotte stillevend te Haarlem (lees meer)
Zoon van Jacob Koop en Marie Besseling
Geboren te Medemblik op 26 november 1885
Overleden te Haarlem op 24 maart 1970 (84 jr.)
Begraven op 27 maart op het RK-kerkhof Berkenrode te Heemstede
Ongehuwd en kinderloos.
Jonge jaren
Jaap was het vijfde kind en de derde zoon van Jacob Koop en Marie Besseling, die hun kinderen een goede opvoeding probeerden te geven. Net als zijn broers en zusters had Jaap dan ook piano leren spelen en zelfs Franse les gekregen.* In 1904 bleek dat hij zijn vader assisteerde als manufacturenkoopman, wat ook in 1914 nog als zijn beroep werd vermeld. Nadat het gezin in 1908 naar Schagen was verhuisd hielpen zowel Jaap als zijn broer Joost in de manufacturenhandel van hun vader.
Jaap zou nooit trouwen en bleef zodoende bij zijn ouders in huis wonen, ook toen zij in Beverwijk gingen stilleven, zoals men destijds een rustige oude dag noemde. In Beverwijk woonde Jacob Koop met zijn vrouw, hun zoon Jaap en een huishoudster in een huis aan de Zeestraat 7. Jaap nam hier opgewekt deel aan het sociale leven. Zijn ouders konden in 1927 nog hun 50-jarig huwelijksfeest vieren, maar zouden kort daarna, in 1928 resp. 1930, overlijden.
Het 50-jarighuwelijksfeest van Jacob Koop en Marie Besseling in 1927
in de winkel van Jaap Koop (staand geheel links) in Beverwijk
(klik er op voor een vergroting!)
Eigen kledingwinkel
Aanvankelijk werkte Jaap in een herenmodezaak in Alkmaar, maar eenmaal in Beverwijk begon hij een eigen zaak in heren- en jongenskleding. Deze was gevestigd in een groot pand aan de Breestraat 138, op de hoek van de Hobbesteeg. De winkel droeg de naam "Jac. Koop", waarbij Jac. een in die tijd veelvoorkomende afkorting van Jaaps eigenlijke naam Jacob was. Jaap, die als een echte Koop graag goed voor de dag wilde komen, gebruikte ook wel Jacques, de Franse versie van zijn naam. In de begintijd verkocht hij ook kleding op afbetaling, waaronder de zogeheten "Coupe Jacques Koop", broeken met extra wijde pijpen.
Een bediende uit de winkel, Chris Duin, woonde bij Jaap in huis. Aanvankelijk was hun relatie zo goed dat Jaap voornemens was zijn zaak aan hem over te doen, maar op een gegeven moment keken zij elkaar een paar jaar lang niet meer aan. Op een avond kregen zij flinke ruzie met elkaar en dreigde Jaap het hele pand met winkel en woning aan zijn broer Joost Koop te verkopen. Hij voegde toen meteen ook de daad bij het woord en liep naar Joost, die aan de overkant van de Breestraat woonde, en maakte de koop rond.
Joost had zelf al een goedlopende drankenhandel dus hij kocht de kledingzaak waarschijnlijk voor zijn zoon Jacques Koop, die de winkel succesvol wist voort te zetten en later ook een filiaal opende aan de Barteljorisstraat 5 in Haarlem. Later woonde Jacques Koop lange tijd in het villadorp Aerdenhout.
Ondertussen was Jaaps medewerker Chris Duin in 1948 een eigen herenmodezaak in Beverwijk begonnen, die nog tot 2017 onder zijn naam bestond.
De Breestraat in Beverwijk, met rechts op nummer 138
de heren- en jongenskledingzaak van Jaap Koop
(Prentbriefkaart, ca. 1955)
Nadat Jaaps neef Jacques Koop de kledingzaak had overgenomen, werd het winkelpand enkele keren grondig gemoderniseerd, zoals op de volgende foto's te zien is:
De herenmodezaak Jacques Koop aan de Breestraat in mei 1960
(foto: Beeldbank Noord-Hollands Archief)
De modezaak Jacques Koop in 1967, na modernizering van de
buitengevel en sloop van de naastgelegen panden in 1962
(foto: Beeldbank Noord-Hollands Archief)
Wonend in Beverwijk
In Beverwijk woonde Jaap Koop aan de Breestraat 29, in een van de voormalige herenhuizen genaamd "In De Hollandsche Maagd", gelegen tegenover de Molenstraat, de huidige Zeestraat. Hij woonde daar alleen, wat hij soms wel eens eng vond. Daarom liet hij geregeld zo rond 11 en 12 uur 's avonds surveillerende politieagenten op de koffie komen.
Dit huis heeft hij uiteindelijk goed verkocht aan de plaatselijke R.K. Land- en Tuinbouwbank, die in het pand ernaast zat. De directeur daarvan, De Ruijter Sr., had wel interesse in het pand van Jaap. Zodoende kwam hij met twee anderen bij hem langs en zij betaalden direct de honderdduizend gulden die Jaap vroeg. Dit bedrag werd echter niet contant uitbetaald, maar in de vorm van een lijfrente bij deze bank.
De Breestraat met rechts van het midden de herenhuizen
genaamd 'In De Hollandse Maagd', hier rond 1900
Naar Amsterdam en Haarlem
Jaap verhuisde toen in augustus 1956 naar de Johannes Verhulststraat 82hs in Amsterdam. Als alleenstaande voelde hij zich daar echter tamelijk eenzaam. Na een operatie vertrok hij in april 1957 naar de Barteljorisstraat 34 rood in Haarlem. Uit Alkmaar kende hij Piet Stokman nog, die in Haarlem een pension had boven de modezaak Kreymborg op de hoek van de Grote Markt en de Barteljorisstraat. Hier kwam hij in de kost wonen op de derde verdieping, die hij met zijn grote meubels zeer fraai inrichtte.
In 1957 leerde Jaap hier de ongeveer 27-jarige Gé Hendrikse kennen, wiens vader aan de Binnenweg 62 in Heemstede een schildersbedrijf had. In de jaren die volgden gingen Jaap en Gé vaak samen naar Amsterdam om bij antiekwinkeltjes op zoek te gaan naar aardige koopjes. Ook gingen ze dan langs cafés en bezochten ze het COC, dat in die jaren onder de naam De Schakel een zeer populaire dancing voor homoseksuelen had. Volgens Gé was Jaap in die tijd best een wilde man, wat men op het eerste gezicht niet zou zeggen, gezien zijn toch wat statige voorkomen.
Sociëteit De Schakel van het COC aan
de Korte Leidsedwarsstraat 49 in Amsterdam
(klik op de foto voor een achtergrondreportage)
Jaaps homoseksualiteit, of zoals men toen zei: homofilie, was in de familie algemeen bekend, maar vormde nooit echt een probleem. De familie Koop was van oudsher goed katholiek, maar altijd wel op een relatief tolerante manier. Voor de familie was geslaagd zijn in de maatschappij vaak het belangrijkste criterium, en daar kon Jaap Koop wel aan voldoen. De rest was dan vaak wat minder belangrijk.
Naar Westfriesland
Omdat Jaap zelf geen auto reed, hij was immers al 72, kwam het vaak voor dat hij in de weekeinden met Gé, die een auto had van het schildersbedrijf van zijn vader, naar Westfriesland reed. Met name wilde Jaap naar Medemblik. Daar ging hij dan langs de Nieuwstraat en het "Achterommetje" waar zijn vereerde vader Jacob Koop had gewoond.*
Vaak werden ook de broers Schouten bezocht. Dit waren de zonen van Krijn Schouten, die nog bevriend was geweest met Jaaps vader. Deze broers waren rijke landbouwers die een fraai pand aan de Haven van medemblik bewoonden. Als trotse en traditionele boeren moesten zij evenwel weinig van Jaaps jonge vriend Gé hebben, die daarom maar buiten moest wachten als Jaap bij hen op visite was.*
Daarnaast ging Jaap Koop ook vaak en graag naar Schagen voor de markten en feesten aldaar en hij hield ook erg van de klederdracht uit die streek. Om die reden liet hij in Beverwijk portretten van zijn (reeds overleden) vader en moeder schilderen, waarbij zijn moeder Maria Besseling werd afgebeeld in Schagense klederdracht, die zij in werkelijkheid echter nooit heeft gedragen. Via Gé Hendrikse zijn deze portretten uiteindelijk terechtgekomen bij Jaaps neef Jacques Koop (XII.BC.b.) in Aerdenhout.*
Jaaps laatste jaren
In 1965 kreeg Jaap echter slaande ruzie met zijn pensionhoudster, waardoor hij binnen een maand uit z'n woning moest vertrekken. Jaap kocht toen een moderne flat aan de Engelandlaan 304 in de Haarlemse nieuwbouwwijk Schalkwijk. Deze flat was niet al te groot, maar met Jaaps grote klassieke meubels toch knus ingericht. Omdat hij al 80 was en dus wel wat ondersteuning kon gebruiken, kwam de toen 35-jarige Gé Hendrikse bij hem inwonen.
Op een gegeven moment kreeg Jaap hier last van een open been, dat maar niet wilde genezen. Zijn huisarts, dr. Pinxter, liet het maar op zijn beloop, totdat zijn broer Joost aandrong op ziekenhuisopname. Toen was het echter snel afgelopen en overleed Jaap Koop op 24 maart 1970, 84 jaar oud. Op 27 maart vond een traditionele katholieke uitvaartmis plaats in de Sint Bavokerk aan de Herenweg in Heemstede, waarna hij werd begraven op het daarachter gelegen kerkhof Berkenrode. Zijn graf kreeg een platte zwartmarmeren steen met daarop alleen zijn naam en zijn geboorte- en sterfdata.
Jaap was aanvankelijk van plan geweest om al zijn bezittingen aan andere mensen na te laten, wat ook gebeurde met enkele huizen die hij nog bezat. Het was echter de notaris, of zijn zaakwaarnemer J.N. De Ruijter jr. (die zijn vader was opgevolgd als directeur van de R.K. Land- en Tuinbouwbank te Beverwijk), die Jaap overhaalde om de flat en de hele inboedel na te laten aan Gé Hendrikse, die hem immers tot het laatst toe verzorgd had.* Aldus geschiedde. Later verhuisde Gé naar Heemstede, waar het pompeuze oude bankstel van Jaap Koop, voorzien van het wapen van Medemblik, zo'n 30 jaar later nog stond.
Broers: Johan Koop - Anton Koop - Jaap Koop - Jan Koop - Aad Koop - Joost Koop
Vervolg: Huidige generaties