- Politiek leefde deze generatie tijdens het 1e stadhouderloze tijdperk, waarin Johan
de Witt een belangrijke rol speelde, en maakte zij de eerste twee zee-oorlogen met Engeland mee, die onder leiding van admiraal Michiel Adriaansz de Ruijter gevoerd werden.
- Cultureel was deze generatie tijdgenoot van o.a. de wereldberoemde schilder Rembrandt van Rijn.
- Economisch begon de groei in Noord-Holland al voor 1650 af te nemen als gevolg van bedrijfsvergrotingen en het wegvallen van werkgelegenheid bij de inpolderingen en de visserij. Hierdoor stegen zowel de huwelijksleeftijd, als het aantal mensen dat blijvend ongehuwd bleef, met als gevolg een sterke daling van het gemiddelde kindertal. In combinatie met een grote zuigelingensterfte leidde dit alles tot een ongekende achteruitgang van het bevolkingsaantal: van ca. 121.000 rond 1650 naar ca. 58.000 rond 1750.
- Kerkelijk leek door de Vrede van Munster in 1648 herstel van het Katholicisme verder weg dan ooit: er kwam geld vrij om de protestantisering nieuw leven in te blazen en vanaf 1654 werden in Holland alle katholieke ambtsdragers door protestanten vervangen.
- Cultureel was deze generatie tijdgenoot van o.a. de wereldberoemde schilder Rembrandt van Rijn.
- Economisch begon de groei in Noord-Holland al voor 1650 af te nemen als gevolg van bedrijfsvergrotingen en het wegvallen van werkgelegenheid bij de inpolderingen en de visserij. Hierdoor stegen zowel de huwelijksleeftijd, als het aantal mensen dat blijvend ongehuwd bleef, met als gevolg een sterke daling van het gemiddelde kindertal. In combinatie met een grote zuigelingensterfte leidde dit alles tot een ongekende achteruitgang van het bevolkingsaantal: van ca. 121.000 rond 1650 naar ca. 58.000 rond 1750.
- Kerkelijk leek door de Vrede van Munster in 1648 herstel van het Katholicisme verder weg dan ooit: er kwam geld vrij om de protestantisering nieuw leven in te blazen en vanaf 1654 werden in Holland alle katholieke ambtsdragers door protestanten vervangen.
- Tak A -
III.A.a. CORNELIS JANSZ COOPES
Wonend aan de Lageweg te Wervershoof
Zoon van Jan Jansz Jonge Coop (zie II.a.)
Geboren te Wognum vóór 1595
Overleden te Wervershoof vóór 1630
Gehuwd (1) met:
Marij Dircxdr.
Dochter van Dirck Elbertsz uit Nibbixwoud
Overleden vóór 1619
Dochter van Dirck Elbertsz uit Nibbixwoud
Overleden vóór 1619
Gehuwd (2) vóór 1623 met:
Marij Germents
Dochter van herbergier Gerbrand Jacobsz en Guijrte Hillebrants
Geboren te Opmeer vóór 1595
Overleden te Wervershoof ca. 1655 (ca. 65 jr.)
Dochter van herbergier Gerbrand Jacobsz en Guijrte Hillebrants
Geboren te Opmeer vóór 1595
Overleden te Wervershoof ca. 1655 (ca. 65 jr.)
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Thonis
Geboren ca. 1613
2. Neel
Geboren ca. 1615
Overleden na 1654
Gehuwd ca. 1635 met:
Overleden na 1654
Gehuwd ca. 1635 met:
Jan Tijmensz
Waard aan de Lagedijk te Wervershoof
Geboren in 1613
Overleden na 1654
Waard aan de Lagedijk te Wervershoof
Geboren in 1613
Overleden na 1654
Uit dit huwelijk: 7 kinderen
3. Claes
Geboren ca. 1617
Kinderen uit het tweede huwelijk:
4. Jan Cornelisz
Geboren te Wervershoof rond 1625 (zie IV.A.a.)
5. Germent Cornelisz Coop
Geboren te Wervershoof rond 1625 (zie IV.A.b.)
Vrouw en kinderen
Cornelis Jansz Coopes was twee keer getrouwd. Zijn eerste huwelijk was met Marij Dircx, dochter van Dirck Elbertsz uit Nibbixwoud. Hier kwamen drie kinderen voort: Thonis, Neel en Claes. Marij Dircx overleed echter vóór 1619. Haar kinderen waren toen nog minderjarig en kwamen blijkens enkele aktes van het gerecht van Hoorn onder voogdijschap van hun grootvader van moederszijde, Dirck Elbertsz. Kennelijk waren er problemen, want in januari 1619 zijn er meerdere stukken over een conflict tussen deze Dirck Elbertsz en Cornelis Jansz Coopes, die bij die gelegenheid steevast "Cornelis Jansz Jonghcoop" genoemd wordt, een duidelijke referentie aan de achternaam van zijn vader.
Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde Cornelis Jansz Coopes met Marij Germents. Zij kwam uit Opmeer en was de dochter van Gerbrand Jacobsz en Guerte Hillebrants en de zuster van Griet Germents, die gehuwd was met Dirck Jansz Coop(es). Andere kinderen van Gerbrand Jacobsz waren Anna Gerbrants, die in 1623 waarschijnlijk nog ongehuwd was, Beete Germonts, die toen getrouwd was met Arien Pietersz, en tenslotte Jan Germentsz Pastoir.
Uit een zgn. akte van bewijs van 1646 blijkt dat Cornelis Jansz Coopes en Marij Germents in ieder geval twee zonen hadden, namelijk Jan Cornelisz en Germent Cornelisz. Dat Cornelis hoogstwaarschijnlijk nog andere kinderen heeft gehad, kan worden afgeleid uit de volgende feiten:
- Van 1641 t/m 1654 treedt Marij Germents op als meter bij de doop van de kinderen van Jan Tijmensz en Neel Cornelis. Deze Jan Tijmensz was in 1652 waard te Wervershoof en ca. 1613 geboren. gezien haar patroniem zal Neel Cornelis een dochter van Cornelis Jansz Coopes en Marij Germents geweest zijn en, als zij ongeveer even oud was als haar man, rond 1615 geboren zijn.
- Ook bij de doop van 3 kinderen in de jaren 1649-53 van de op 9 februari 1648 te Wervershoof getrouwde Jan Cornelisz en Neel Gerrits in de jaren treedt Marij Germents als meter op. De eerste maal wordt zij daarbij expliciet als grootmoeder (Lat.: avia) vermeld. Deze Jan Cornelisz is niet dezelfde persoon als de hierboven genoemde Jan Cornelisz, die immers pas in 1653 trouwde.
Het is wel mogelijk dat hij dezelfde is als ene Jan Cornelisz Coop(es) die in 1651 onder de naam Jan Cornelisz Coops alias Bordingh vermeld werd als procureur te Wervershoof en die van 1634 t/m 1647 dezelfde functie uitoefende in Abbekerk, alwaar hij voor het eerst in 1629 opduikt. In 1654 wordt een Jan Cornelisz Bording vermeld als paardenkoper en herbergier te Enkhuizen en in 1659 te Medemblik. Van 1671-1673 was ook Pieter Cornelisz Coop in de kost bij ene Jan Bordingh.
Wervershoof met de hervormde kerk en een woonhuis
(tekening met pen en penseel uit 1744 - klik ter vergroting)
Op 28 mei 1646 verscheen Marij Germents, bijgestaan door Dirk Jansz Hartogh, voor de weeskamer te Medemblik om te laten vastleggen wat haar twee zonen Jan en Germent toekomt uit de erfenis van hun overleden vader en grootvader.* Dat hier sprake is van grootvaders erfenis impliceert dat deze tot dan toe onverdeeld is gebleven.
Blijkens de akte kreeg elk kind één morgen in een stuk land genaamd "de Cromme Leeck, leggende inde Bucxweeren", alsmede elk 100 gulden contant geld en een "bedde met zijn toebehoiren". Voorts beloofde Marij Germents deze kinderen "te voeden ende onderhouden in cost ende dranck, voorts cledinge van linnen ende wollen eerlijcken na haer staet" en hen "oock te laten leeren lesen, schrijven ende sodanigh ander handtwerck, daer meede sij den cost sullen cunnen verdienen", één en ander te betalen uit de inkomsten uit bovengenoemde erfdelen. Zij belooft deze erfdelen te zullen uitbetalen zodra Jan en Germent meerderjarig zijn. Als zekerheid daartoe worden o.a. het aandeel dat haar nog toekomt in het land genaamd "de Cromme Leeck" alsmede haar huis aan de Lageweg als onderpand gesteld.*
Als getuigen hierbij treden twee ooms van vaderszijde op, te weten Cornelis Jansz en Symon Jansz (Coop), beide uit Wognum, die volledig met deze regeling instemden. Wie deze Cornelis Jansz is is niet helemaal duidelijk. Aangezien de vader zelf ook Cornelis heette is het wat vreemd als een broer van hem dezelfde naam had. Mogelijk was hij daarom getrouwd met een zuster van Cornelis Jansz Coopes of is het een verschrijving en werd Claes Jansz Coop bedoeld.
Blijkens een aantekening op de bovengenoemde akte ontving Jan Cornelisz zijn erfdeel op 16 december 1652, waarbij hij in plaats van het land maar liefst 1000 gulden ontvangen had. Mogelijk vooruitlopend op zijn huwelijk met Marij Theunis in 1653. Als hij in 1652 18 jaar werd, dan zal hij ca. 1634 geboren zijn.
Germent zal zijn erfdeel tegelijk met de erfenis van zijn moeder hebben ontvangen. Hij was namelijk ongeveer 16 jaar en dus nog minderjarig toen Marij Germents in of rond 1654 overleed.
Marij Germents komt voor de laatste maal op 15 oktober 1654 in de bronnen voor (als meter bij de doop van haar dochter Neel). Germent Cornelisz, die zich later Coop en Paardekoper noemde, huwde in 1660 met Aeff Dircks. Hij is waarschijnlijk kort voor 1638 geboren, want in dat jaar beginnen de doopboeken van wervershoof en daar komt zijn doop niet in voor.
Overlijden
Cornelis Jansz Coopes is vóór 1630 overleden. Dit blijkt uit een akte van 15 juni 1630 (folio 126 verso) van notaris Abraham van der Beecke uit Hoorn, waarin "Marij Garbrantsdr" optreedt als weduwe van wijlen Cornelisz Jansz Coopes. Zij laat zich bijstaan door Jan Willemsz, die net als zij uit Wervershoof komt.
De akte onthult dat Cornelis Jansz Coopes eerder gehuwd is geweest met Marij Dircxdr. en uit dat huwelijk drie kinderen had: Thonis, Neel en Claes. Ook aanwezig waren de grootvader van vaderszijde Jan Jansz Coopes en Broer Jansz en Hedding Jansz als ooms van moederszijde. De akte werd ondertekent door Marij gherments, Jan Jansz Jongcoops (met een merk in de vorm van een kruisje!), Jan Willems, broer jan zoon en Hedding Jansz (met een merk in de vorm van een driehoek).
III.A.b. CLAES JANSZ COOP
Wonend te Wognum in 1637
Vermoedelijke zoon van Jan Jansz Jonge Coop (zie II.a.)
Geboren te Wognum vóór 1617
Overleden na 1637
Van Claes Jansz Coop is slechts bekend dat hij in 1637 voor het gerecht van Opmeer is gedaagd door Pieter Jansz Maerts uit Hoogwoud, die van hem de betaling van 220 Gulden wegens de levering van een "graeu merrij paert" vorderde. Daarbij wordt Claes Jansz Coop vermeld als wonende te Wognum.
Gezien deze woonplaats, het jaar waarin hij wordt genoemd en zijn patroniem, is het waarschijnlijk dat hij een broer is van Cornelis Jansz Coopes uit Wervershoof. Het feit dat hij een paard heeft gekocht kan eenmalig zijn, maar als hij in paarden handelde, dan is dat ook een overeenkomst met de diverse andere leden van de familie Coop.
Misschien is hij dezelfde persooon als Claes Jansz Koop, van wie in 1667 in Nederhorst den Berg een kind werd begraven. In Westfriesland zijn van Claes geen nakomelingen bekend, het is dus mogelijk dat hij na 1637 naar Nederhorst den Berg is vertrokken. Als hij inderdaad paardenhandelaar was dan zou dat goed denkbaar zijn.
III.A.c. SYMON JANSZ COOP
Vermeld te Wognum in 1646, 1653 en 1660.
Zoon van Jan Jansz Jonge Coop (zie II.a.)
Geboren te Wognum vóór 1626
Overleden aldaar na 1653
Kinderen:
1. Jan Simonsz Coop
Geboren te Wognum vóór 1662 (zie IV.A.c.)
2. Pieter Simonsz Coop
Geboren te Wognum vóór 1643 (zie IV.A.d.)
Symon Jansz is de broer van Cornelis Jansz Coopes. Dit wordt expliciet vermeld wanneer hij aanwezig is bij de vaststelling van het erfdeel van de kinderen van Cornelis in 1646.
Op 15 februari 1653 stelde Sijmon Jansz Coop zich borg voor zijn plaatsgenoot Claes Thijsz als die een huisje verkoopt.*
In een notariële akte van 2 augustus 1660 worden vermeld "Jacob ende Sijmon Jansen Coops alle woonende tot Wognum", wat erop lijkt te wijzen dat Simon ook nog een broer genaamd Jacob had.*
- Tak B -
III.B.a. CORNELIS DIRCKSZ COOP
Wonend te Wervershoof.
Zoon van Dirck Jansz Coop(es) en Griet Germents (zie II.b.)
Geboren te Spanbroek vóór 1635
Overleden te Wervershoof vóór 1663
Gehuwd vóór 1655 met:
Griet Pieters Spruijt
Dochter van Pieter Spruijt en Geert Claes
Dochter van Pieter Spruijt en Geert Claes
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Petrus (Pieter)
Gedoopt te Wervershoof op 11 sept. 1655 (zie IV.B.a.)
Cornelis Dircksz Coop duikt in de bronnen eerstmaals op als hij in 1655 zijn zoon Pieter laat dopen in Wervershoof. Zijn moeder Griet Germents treedt daarbij op als meter. Griet Germents was net weduwe geworden en zal daarom mogelijk bij Cornelis hebben ingewoond. Mogelijk kwamen zij naar Wervershoof nadat haar zuster Marij Germents overleden was.
III.B.b. CLAES DIRCKSZ
Wonend te Driehuijs aan de Noorderdijk nabij Wervershoof
Zoon van Dirck Jansz Coop(es) en Griet Germents (zie II.b.)
Geboren te Spanbroek vóór 1638
Overleden te Wervershoof ca. 1666 (ca. 30 jr.)
Gehuwd te Wervershoof op 26 november 1663 met:
Marij Jacobs
Waarschijnlijk te Wervershoof op 7 januari 1669 hertrouwd met:
Waarschijnlijk te Wervershoof op 7 januari 1669 hertrouwd met:
Olfert Jansz, jongeman van de Noorderdijk
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Margaretha
Gedoopt te Wervershoof op 2 mei 1664
2. Theodorus (Dirck)
Gedoopt te Wervershoof op 21 okt. 1665 (zie IV.B.b.)
Over Claes Dircksz is slechts weinig bekend. De eerste keer dat hij vermeld wordt is wanneer hij optreedt als voogd over zijn neefje Pieter Cornelisz Coop (zie IV.B.a.) in mei 1663. Het feit dat hij alszodanig optrad impliceert dat hij toen rechtsbevoegd oftewel meerderjarig geweest moet zijn. Toendertijd werden mannen juridisch meerderjarig wanneer zij 25 jaar werden of in het huwelijk traden.
Omdat Claes in november van dat jaar trouwde, moet hij in mei 1663 ofwel reeds 25 jaar oud zijn geweest, of eerder getrouwd zijn geweest. Voor het geval dat hij reeds 25 jaar oud was, kunnen we er van uitgaan dat hij vóór 1638 geboren is.
Wanneer Claes eerder getrouwd is geweest, is het denkbaar dat, toen hij in november 1663 met Marij Jacobs trouwde, hij bij haar in Wervershoof of misschien zelfs wel bij haar in huis kwam wonen. Van Claes zelf is voor dat jaar in Wervershoof geen spoor te vinden, maar Claes' broer Cornelis woonde in elk geval al in 1655 in Wervershoof.
In Alkmaar leefde iets eerder een Claes Dircksz Coop, die echter niet dezelfde persoon als Claes Dircksz uit Wervershoof kan zijn. De Claes Dircksz Coop uit Alkmaar overleed namelijk rond 1640. Het is echter niet helemaal ondenkbaar dat deze Alkmaarder een jongere broer van Claes Dircksz uit Wervershoof geweest zou kunnen zijn. Als deze laatste inderdaad pas rond 1638 geboren is, dan zou hij de naam Claes gekregen kunnen hebben als herinnering aan zijn dan net tevoren overleden (vermoedelijke) broer uit Alkmaar.
III.B.c. JACOB DIRCKSZ COOPES
Wonend te Spanbroek
Waarschijnlijk zoon van Dirck Jansz Coop(es) en Griet Germents (zie II.b.)
Geboren te Spanbroek vóór 1635
Overleden te Spanbroek in 1663
Kinderen:
1. Claes
Geboren te Spanbroek vóór 1663
2. dochter
Geboren te Spanbroek vóór 1663
Gehuwd met Heijndrik Willems, wonend te Oosterblokker
Gehuwd met Heijndrik Willems, wonend te Oosterblokker
1. Wen Jacobs
Nog minderjarig in 1663
1. Pieter
Nog minderjarig in 1663
- Tak C -
III.C.a. ELBERT TAEMSZ COOP(I)ES
Waard en herbergier in de herberg "daer de Pynas uijthangt" te Spanbroek
Zoon van Taems Jansz Coopis (zie II.c.)
Geboren te Spanbroek in 1606
Overleden aldaar ca. 1670 (ca. 65 jr.)
Gehuwd (1) met:
Lijsbet Dirks
Dochter van Dirk Gerritsz en Geert Pieters Valckes
Overleden te Spanbroek vóór 1662
Dochter van Dirk Gerritsz en Geert Pieters Valckes
Overleden te Spanbroek vóór 1662
Gehuwd (2) met:
Griet Jans Stuijt
Dochter van Jan Simonsz Stuijt uit Spanbroek en/of Schagen
Overleden te Spanbroek tussen 1672 en 1674
Dochter van Jan Simonsz Stuijt uit Spanbroek en/of Schagen
Overleden te Spanbroek tussen 1672 en 1674
Enkele niet bij name bekende kinderen uit het eerste huwelijk
Kinderen uit het tweede huwelijk:
1. Neel
Geboren te Spanbroek vóór 1674
2. Aecht
Geboren te Spanbroek vóór 1674
3. Lijsbeth
Geboren te Spanbroek vóór 1674
4. Jan Elbertsz Koop
Geboren te Spanbroek vóór 1674
Vrouw en kinderen
Elbert Taemsz Koopes was voor zover bekend tweemaal gehuwd. De eerste keer met Lijsbet Dirks, waar ook een aantal kinderen uit voortkwamen. Na het overlijden van Lijsbet Dirks hertrouwde Elbert met Griet Jan Stuyts. Samen kregen zij vier kinderen: Neel, Aecht, Lijsbeth en Jan.
Uit gerechtelijke aktes van 14 februari en 14 maart 1675 blijkt dat na het overlijden van haar man Elbert, Griet Jan Stuijts en haar kinderen een stuk land genaamd 'Lantmans Werfft' hadden verkocht aan Daniël van Gheel, de heer van Spanbroek, die daarvoor in 1674 een schuldbekentenis ter grootte van fl. 1666,13,4 opstelde ten behoeve van de weeskinderen van Elbert Tames Koopes en Griet Jan Stuijts.
Bezittingen
Elbert heeft de herberg "daer de Pynas uijthangt" van zijn vader overgenomen. Op 30 december 1656 sloot Elbert een hypotheek af met zijn herberg als onderpand. Hij leende 400 gulden tegen een jaarlijkse rente van 5% van Gaef Jacobsz Graswijck, de baljuw en schout van Spanbroek. Blijkens de hypotheekinschrijving was zijn huis "daer uijthanct de Pijnas" gelegen tussen Trijn Dirckx en Neel Gerts.*
Een notariële akte van 23 september 1667* bevat een attestatie van een bijeenkomst "ten huyse van Elbert Taems Coopes waert en herbergier te Spanbroek bij de kerk". Waarschijnlijk heeft ook Griet Jan Stuyts zelf enig land bezeten, want in 1688 was er sprake van een weiland met de naam "de 150 roeden van Griet Jan Stuyts".
III.C.b. AERJEN TAEMSZ COOPES
Gerechtsbode te Spanbroek
Zoon van Taems Jansz Coopis (zie II.c.)
Geboren te Spanbroek vóór 1629
Overleden te Spanbroek tussen 1649 en 1666
Gehuwd met:
Aecht Pieters
Overleden vóór 1666
Overleden vóór 1666
Aerjen Taemsz Coopes was gerechtsbode en moest alszodanig o.a. de schout assisteren bij het oppakken van verdachten en het overbrengen van berichten. Het is goed mogelijk dat Aerjen deze functie te danken had aan zijn oom Dirck Jansz Coop(es) die meermalen schepen was. Het was toendertijd namelijk gebruikelijk én algemeen geaccepteerd dat familieleden elkaar aan baantjes hielpen.
Aerjen en zijn vrouw Aecht zijn hoogstwaarschijnlijk kinderloos gebleven, aangezien er in een akte van 10 juni 1666, naar aanleiding van het overlijden van Aecht Pieters, een aantal niet-verwante personen als haar erfgenamen werden genoemd.
- Tak D -
III.D.a. PIETER JACOBSZ COOP alias WAART
Waard te Binnenwijzend
Vermoedelijke zoon van Jacob Jansz Coop(es) (zie II.d.)
Geboren vóór 1650
Begraven te Westwoud op 26 februari 1720 (ca. 70 jr.)
Kinderen:
1. Jacob
Geboren te Binnenwijzend na 1675 (zie IV.D.b.)
Wellicht dat ook Pieter Pieters Oud alias Coopman een zoon van Pieters Jacobsz Coop alias Waart was, al zijn daar bij gebrek aan bronnen uit deze tijd vooralsnog geen concrete aanwijzingen voor.
Vervolg: Generatie IV