- GENERATIE VI -



- Politiek leefde deze generatie in de zogeheten patriottentijd onder stadhouder Willem V, die na Franse inmenging in 1795 naar Engeland vluchtte.

- Cultureel was zij tijdgenoot van o.a. de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken en de dichter Hieronymus van Alphen.

- Economisch begonnen in de tweede helft van de 18e eeuw de prijzen van landbouwprodukten weer te stijgen, wat gunstig was voor de boeren. Na 1750 begon ook het bevolkingsaantal weer langzaam te stijgen, maar het reële loon zou tot diep in de 19e eeuw alsmaar dalen.



Snel naar: Pieter Claasz Backer - Cornelis Claasz Coop alias Coopman



- Tak B -


VI.B.a. PIETER CLAASZ BACKER

Wonend op de Neuvel, later te Veldhuis onder Oostwoud

Zoon van Claas Lieves en Lijsbeth Pieters (zie V.B.a.)
Gedoopt te Wervershoof op 4 oktober 1731
Overleden na 1762

Gehuwd (1) te Wervershoof op 21 januari 1753 met:
Trijntje Freriks/Freeks
Weduwe van de Neuvel (tussen Wervershoof en Oostwoud)
Dochter van Freek Gerritsz en Aef Pieters?
Gedoopt te Wervershoof op 29 maart 1723?
Overleden vóór 1757

Uit dit eerste huwelijk geen kinderen.

Gehuwd (2) te Wervershoof op 24 april 1757 met:
Aafje Jans
Uit Wervershoof

Kinderen uit dit tweede huwelijk:

1. Debora
Gedoopt te Wervershoof op 18 november 1758

2. Elizabeth
Gedoopt te Wervershoof op 11 mei 1760

3. Debbora
Gedoopt te Wervershoof op 2(?) dec. 1762


Na zijn huwelijk met de Trijntje Freriks zal Pieter Claasz Backer zijn gaan wonen in het huis op de Neuvel waar zij als weduwe nog in woonde. Daar werden de eerste twee kinderen uit zijn tweede huwelijk geboren. Toen zijn derde kind werd geboren, woonde hij in het Velthuijs bij Oostwoud.





VI.B.b. CORNELIS CLAASZ COOP alias KOOPMAN

Wonend te Onderdijk en vanaf 1791 te Bovenkarspel (lees meer).

Zoon van Claas Lieves en Lijsbeth Pieters (zie V.B.a.)
Gedoopt te Wervershoof op 24 december 1733
Overleden te Grootebroek op 22 mei 1811 (77 jr.)

Gehuwd (1) te Wervershoof op 19 januari 1754 met:
Trijn Sijmens
Dochter van Sijmen Jacobsz en Marij Meynders
Gedoopt te Wervershoof op 15 juni 1731
Begraven aldaar op 21 april 1791 (59 jr.)

Gehuwd (2) te Grootebroek op 7 november 1791 met:
Aaltje Luijtjes
Weduwe van Arien Pietersz Kleijn uit Bovenkarspel
Dochter van Luijtjen Pieters en Maartje/Marijtje Hendriks
Gedoopt te Grootebroek op 21 februari 1744
Overleden aldaar op 2 mei 1813 (69 jr.)

Kinderen uit het eerste huwelijk:

1. Elisabeth (Lijsbeth)
Gedoopt te Wervershoof op 25 oktober of november 1754
Overleden te Nibbixwoud op 24 februari 1812 (57 jr.)
Gehuwd aldaar op 28 april 1776 met:
Jacob Pietersz de Boer
Gedoopt te Nibbixwoud op 28 september 1755
Hertrouwd in 1816 met Geertje Hoffer, weduwe van Klaas Vetje
Hertrouwd in 1817 met Maartje Raar, weduwe van Klaas Zomerdijk
Overleden aldaar op 2 januari 1825 (69 jr.)
Uit dit huwelijk: 4 zonen en 5 dochters.

2. Nicolaus (Klaas)
Gedoopt te Wervershoof op 1 februari 1758 (zie VII.B.a.)

3. Maria (Marijtje/Maartje)
Gedoopt te Wervershoof op 25 april 1760
Overleden te Hoog en Laag Zwaagdijk op 9 september 1834 (74 jr.)
Gehuwd (1) te Nibbixwoud op 30 januari 1780 met:
Pieter Jacobsz Knol
Zoon van Jacob Pietersz Knol en Neeltje Jacobs Korver
Gedoopt te Nibbixwoud op 26 februari 1756
Overleden aldaar op 9 januari 1823 (66 jr.)
Gehuwd (2) te Nibbixwoud op 16 oktober 1825 met:
Paulus Reindertsz Bakker
Bouwman te Hoog en Laag Zwaagdijk
Weduwnaar van Trijntje Baartsdr. Hoogland uit Wervershoof
Geboren ca. 1757
Overleden te Hoog en Laag Zwaagdijk op 14 januari 1841 (ca. 84 jr.)

4. Catharina (Trijntje)
Gedoopt te Wervershoof op 19 september 1763
Overleden te Medemblik op 3 september 1820 (56 jr.)
Gehuwd te Wervershoof (RK) op 27 januari 1788 met:
Pieter Pietersz Fijn
Landman en pomper op het Keern onder Medemblik
Zoon van Pieter Ruyter alias Vijn en Marij Cornelis Kruijf (Struyver)
Geboren te Wervershoof op 15 augustus 1767
Overleden te Medemblik op 28 juni 1825 (57 jr.)
Uit dit huwelijk: 2 zonen en 3 dochters.

5. Antje/Anna
Huis- en logementshoudster te Andijk
Gedoopt te Wervershoof op 28 juni 1766
Overleden te Grootebroek op 15 november 1831 (65 jr.)
Gehuwd (1) te Wervershoof op 19 januari 1789 met:
Freek (Frederik) Pietersz Potter
Bulloper en tapper te Andijk
Zoon van Pieter Potter en Maartje Dirks Oostinje
Gedoopt te Wervershoof op 17 juni 1754
Overleden te Andijk op 16 februari 1816 (61 jr.)
Uit dit huwelijk: 1 zoon en 7 dochters.
Gehuwd (2) te Grootebroek op 28 mei 1820 met:
Johannes (Jan) van der Jagt
Kastelein en herbergier te Lutjebroek
Weduwnaar van Trijntje Koopman
Zoon van Cornelis van der Jagt en Elisabeth Jans
Gedoopt te Grootebroek op 1 maart 1770
Overleden te Lutjebroek op 6 mei 1834 (64 jr.)

6. Ariaentje
Gedoopt te Wervershoof op 18 juli 1768
Begraven aldaar op 3 augustus 1768 (2 wkn.)

7. Jan
Gedoopt te Wervershoof op 27 december 1769 (zie VII.B.b.)

8. Sijmon
Begraven te Wervershoof op 8 december 1772

9. Ariaantje
Gedoopt te Wervershoof op 18 augustus 1772
Overleden te Hoog en Laag Zwaagdijk (gem. Zwaag) op 19 maart 1856 (83 jr.)
Gehuwd te Bovenkarspel op 20 november 1796 met:
Sijvert Ariensz Kleijn
Arbeider te Hoog en Laag Zwaagdijk
Zoon van Pieter Ariaansz Klijn en Diewertje Jans
Gedoopt te Bovenkarspel op 14 februari 1770
Overleden te Zwaag op 28 september 1824 (54 jr.)
Uit dit huwelijk: 3 zonen en 1 dochter.

10. Aafje
Gedoopt te Wervershoof op 18 juni 1776
Overleden te Enkhuizen op 18 september 1831 (55 jr.)
Gehuwd te Bovenkarspel op 6 mei 1798 met:
Pieter Jansz Buisman
Zoon van Jan Pietersz Buisman en Siijtje Pieters Commandeur
Gedoopt te Grootebroek op 20 juni 1768
Overleden te Enkhuizen op 28 maart 1852 (83 jr.)


Naam

Cornelis Claasz Coop komt met verschillende achternamen in de bronnen voor: Coopman werd hij genoemd in 1754 en 1755, Coop in 1758 en 1760, daarna weer Coopman in 1763-1768, vervolgens weer Coop van 1769-1776 en tenslotte van 1785 tot en met zijn overlijden in 1811 meestal Koopman.

Bij de akte van het tweede huwelijk van zijn zoon Jan Koop van 4 mei 1832 is een uittreksel bijgevoegd van de overlijdensakte van Cornelis Claasz Coop, waarin expliciet vermeld word dat hij zich in zijn leven ook Cornelis Koopman noemde.

Ook de kinderen van Cornelis Claasz Coop worden bij diverse gelegenheden afwisselend Koop en Koopman genoemd. Laatstelijk werd zijn dochter Antje in de akte van haar huwelijk met Jan van der Jagt uit 1820 "Antje Koopman bijgenaamd Koop" genoemd.

Dat een familienaam enkele generaties lang sluimert en later weer actief gebruikt wordt kwam in Westfriesland vaker voor. Zelfs een sluimerperiode van 100 jaar was daarbij niet uitzonderlijk.

Cornelis Claasz Coopman moet niet worden verward met Cornelis Jansz Koopman genaamd "de rijke", die op 22 januari 1789 begraven werd.



Handtekening van Cornelis Claasz Coop alias Koopman

Vrouw en kinderen

Precies een half jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw Trijn Sijmens in april 1791 trad Cornelis Claasz Coop opnieuw in het huwelijk en wel met Aaltje Luijtjes uit Bovenkarspel. Omdat hij zo kort na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde, kende hij zijn tweede vrouw vermoedelijk al langer.

Aaltje Luijtjes was een "rijke weduwe" en Cornelis verhuisde mogelijk direct na het huwelijk, samen met zijn twee nog thuiswonende jongste dochters, naar Bovenkarspel (dat destijds onder het gerecht van Grootebroek viel).

Op 10 april 1793 maakten Cornelis en Aaltje gezamelijk hun testament ten overstaan van notaris Jan Gerdenier in Medemblik, dat hij eigenhandig ondertekende als "Cornelis koopman".* Zij benoemden elk de langstlevende tot enig erfgenaam met volledige bevoegdheid om over de nalatenschap te beschikken, terwijl na het overlijden van de langstlevende de nalatenschap in twee helften moest worden verdeeld, waarvan de ene helft dan voor de naaste familie van Cornelis was en de andere helft door de familie van Aaltje.

Activiteiten

In een akte die op 16 juni 1784 voor notaris D. Opperdoes Schenk te Twisk verleden werd trad Cornelis Coop samen met Cornelis Deeken, beide uit Onderdijk op als gemachtigde van hun plaatsgenoten Jan en Claas de Waal. Cornelis ondertekende deze akte met "Cornelis Koopman".*

In een akte voor dezelfde notaris van 10 januari 1785 deed zich hetzelfde voor, maar traden zij tevens op als gemachtigden van Lijsbet en Trijn Jans Vlaar, waarschijnlijk ter regeling van een erfeniskwestie.*

Overlijden en nalatenschap

Cornelis Claasz Coop overleed in Grootebroek op 22 mei 1811 op 77-jarige leeftijd. Bij de inschrijving hiervan werd niet alleen vermeld dat hij uit een eerder huwelijk 8 kinderen had, maar ook dat hij was overleden aan de slaapziekte.

De slaapziekte was een infectieziekte die werd overgebracht door een bepaald soort vliegen. Na een infectie ontstaat periodiek koorts en vermoeidheid en pas na maanden of zelfs jaren een stadium dat wordt gekenmerkt door aanhoudende slaap, bewegings- en gevoelsstooornissen en psychische stoornissen. Tenslotte overlijdt de patiënt in een toestand van totale verzwakking. De slaapziekte heeft vroeger hele dorpen ontvolkt, maar is succesvol bestreden door iedereen met geneesmiddelen te behandelen en de vliegen te verdelgen.

Op 20 augustus 1811, drie maanden na het overlijden van Cornelis, deed zijn weduwe aangifte voor de successiebelasting. Zij gaf daarbij aan dat zij zijn enig erfgenaam was en dat hun gemeenschappelijke vermogen, na aftrek van schulden en lasten, per saldo 100 gulden bedroeg. Aaltje Luijtjes had één en ander zelf getaxeerd, waarvan zij de deugdelijkheid zes dagen later ten overstaan van een ambtenaar onder ede bevestigde.*

Omdat deze 100 gulden hun gezamelijk bezit was geweest, bestond de nalatenschap van Cornelis uit de helft daarvan, dus 50 gulden. Dit bedrag was vrijgesteld van belasting omdat destijds over bedragen onder de 300 gulden geen successiebelasting betaald hoefde te worden.

Bij een openbare verkoping ten overstaan van notaris Klaas Hoek te Hoogkarspel van 5 december 1811 kocht de "weduwe van Cornelis Koop" iets voor 4 francs en 10 centimes oftewel ƒ 1,19,-.*




Vervolg: Generatie VII



P.J.F. Koop © juli 2004


.