- GENERATIE IX -



- Politiek leefde deze generatie ten tijde van koning Willem III

- Cultureel was zij tijdgenoot o.a. de schrijver Eduard Douwes dekker alias Multatuli

- Economisch kwam sind 1870 het moderne industriekapitalisme op, wat onder meer leidde tot crisisverschijnselen in het traditionele handwerk.



Snel naar: Jan Koop - Teunis Koop - Jacob Koop



- Tak B -


IX.B.a. JAN KOOP

Landman, dagloner en manufacturenkoopman te Hoog en Laag Zwaagdijk, vanaf 1864 koopman en winkelier in manufacturen te Medemblik en tenslotte tapper aldaar (lees meer).

Zoon van Jacob Koop en Trijntje Lansman
Geboren te Hoog en Laag Zwaagdijk op 20 september 1823
Overleden te Medemblik op 6 april 1889 (65 jr.)

Gehuwd te Medemblik op 29 april 1849 met:
Trijntje Ravensteijn
Koffiehuishoudster te Medemblik
Dochter van Arien Ravensteijn en Aagje Jans Visser
Geboren te Medemblik op 2 december 1827
Overleden aldaar op 26 januari 1918 (90 jr.)
Begraven aldaar op 29 januari op het RK-kerkhof.

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Agatha (Aagje)
Geboren te Zwaag op 1 februari 1850
Overleden te Hoorn op 27 april 1887 (37 jr.)
Gehuwd te Medemblik op 2 februari 1873 met:
Lourens Johannes Zweet
Broodbakker te Hoorn en te Amsterdam en in 1889 geëmigreerd naar Zuid-Amerika (lees meer)
Zoon van Jan Zweet en Trijntje Pronk
Geboren te Berkhout op 25 juli 1851
Overleden in Brazilië in augustus 1930 (79 jr.)
Uit dit huwelijk: 4 zonen en 1 dochter

2. Catharina (Trijntje)
Geboren te Zwaag op 6 april 1852
Overleden te Medemblik op 22 februari 1896 (43 jr.)
Begraven op 26 februari op het RK-kerkhof aldaar
Gehuwd te Medemblik op 5 augustus 1877 met:
Jan de Boer
Schipper te Medemblik
Zoon van schipper Jan de Boer en Jantje Rood
Geboren te Opmeer op 24 april 1845
Overleden te Medemblik op 7 mei 1902 (57 jr.)
Uit dit huwelijk:

3. Jacob
Geboren te Zwaag op 31 juli 1854 (Zie X.B.a.)

4. Adrianus
Geboren te Zwaag op 3 januari 1857
Overleden te Medemblik op 9 april 1871 (14 jr.)

5. Elisabeth
Geboren te Zwaag op 7 augustus 1859
Overleden te Medemblik op 20 maart 1871 (11 jr.)

6. Maria
Geboren te Zwaag op 29 december 1861
Overleden te Medemblik op 16 september 1888 (26 jr.)
Gehuwd aldaar op 14 november 1886 met:
Jan Kroonenberg
Timmerman te Medemblik en Amsterdam
Zoon van azijnfabrikant Gerrit Kroonenberg en Aaltje Hes
Geboren te Oudkarspel op 15 december 1862
Hertrouwde in 1899 met Agatha Maria Verver
Overleden te Schagen op 27 maart 1933 (70 jr.)
Uit dit huwelijk: 1 dochter

7. Johannes Frederik
Geboren te Zwaag op 24 maart 1864
Overleden te Medemblik op 26 okt. 1879 (15 jr.)

8. Anthonius Maria
Geboren te Medemblik op 8 december 1866
Overleden aldaar op 2 april 1867 (3 mnd.)

9. Antonius
Geboren te Medemblik op 31 juli 1869
Overleden aldaar op 2 maart 1871 (1 jr.)

10. Elisabeth
Geboren te Medemblik op 4 mei 1871
Overleden te Haarlem op 30 oktober 1925 (54 jr.)
Begraven aldaar op 2 november op het RK-kerkhof te Schoten *
Gehuwd te Medemblik op 24 september 1893 met:
Simon Winnubst
Timmerman en aannemer te Haarlem (in 1925 bezat hij onder meer onroerend goed met een waarde van maar liefst ƒ 94.000,-)
Zoon van scheepstimmerman Jan Winnubst en Antje Lakeman
Geboren te Medemblik op 23 december 1864
Overleden te Haarlem op 21 november 1948 (83 jr.)
Begraven aldaar op de RK begraafplaats St. Barbara *
Uit dit huwelijk: 2 zonen en 3 dochters.


Korte levensloop

Jan Koop trouwde op 29 april 1849 in Medemblik met Trijntje Ravensteijn. Zij was het negende van de tien kinderen van Arie Jacobsz Ravensteijn, die dagloner, arbeider en sjouwerman te Medemblik was en die eerder gehuwd was met Trijntje Koopman.

Na zijn huwelijk was Jan Koop eerst landbouwer te Zwaag. Daarna was hij nog even dagloner en vanaf 1857 werd hij vermeld als koopman en winkelier in manufacturen, dat wil zeggen textielproducten die destijds in een manufactuur gemaakt werden.

Hij woonde toen te Hoog- en Laag-Zwaagdijk aan de Hoogendijk (tegenwoordig het dorp Onderdijk), achtereenvolgens op de huisnummers 51a, 55a, 32 en 41. Dit veelvuldige verhuizen kan erop wijzen dat het huurhuizen betrof.

Nadat de familie Koop generaties lang op het platteland van Hoog- en Laag-Zwaagdijk gewoond had, verhuisde Jan Koop in april 1864 naar het stadje Medemblik. Daar werd hij in 1866 vermeld als "landschkramer", oftewel iemand die met een vergunning van de overheid met handel langs de deuren ging, in dit geval waarschijnlijk met manufacturen.

Sinds 1869 was hij tevens tapper, een toendertijd veel voorkomende nevenwerkzaamheid die vaak niet meer inhield dan dat men in eigen huis sterke drank verkocht. In Medemblik woonde Jan Koop eerst aan de Oosterhaven nr. 61 en vervolgens aan de Nieuwstraat nr. 24, in 1871 op nr. 20 en in 1879 op nr. 31.

Jan Koop overleed op 6 april 1889 in een huis aan de Kaasmarkt nr. 29.


De handtekeningen van Jan Koop en Trijntje Ravesteijn

Faillissementen

Ondertussen was Jan Koop waarschijnlijk ook weer winkelier in manufacturen geworden. Bij vonnis van 19 november 1878 werd hij echter failliet verklaard, maar het dossier daarvan is in 1890 verloren gegaan bij een brand in het archief van de arrondissementsrechtbank Alkmaar.

In 1886 ging Jan Koop opnieuw failliet en hiervan is het dossier wel bewaard gebleven. Zijn onderneming had toen 1551,01 gulden aan handelsschulden, terwijl de executieverkoop van zijn bezittingen slechts 118,45 gulden had opgebracht. Er was dus een tekort van ruim 1430,- gulden.

Nalatenschap

Op 3 oktober 1889 deden zijn weduwe Trijntje Ravensteijn, zijn kinderen Jacob en Elisabeth en zijn schoonzoons Jan de Boer, Laurens Zweet en Jan Kroonenberg aangifte voor de successiebelasting, die werd vastgelegd door notaris De Feyfer.*

Uit die aangifte blijkt dat Jan Koop op 29 december 1864 zijn testament had gemaakt bij notaris Alewijn. Daarbij had hij zijn vrouw tot enig erfgenaam benoemd. Hij zou uiteindelijk echter geen onroerende goederen, effecten of vorderingen nalaten, de totale waarde van zijn nalatenschap werd op nihil gesteld. Om zeker te zijn dat ze geen schulden zouden erven, hadden Jacob Koop en Jan de Boer de nalatenschaop op 5, resp. 11 juli 1889 verworpen.

Trijntje Ravensteijn woonde na het overlijden van Jan Koop aan het Begijnhof (wijk 2 nr. 150) te Medemblik, waar zij als koffiehuishoudster kennelijk in haar eigen inkomen kon voorzien en er geen noodzaak was om bij haar zoon Jacob in te gaan wonen, wat Jacobs schoonvader Jan Besseling wel deed. Ook hielp Trijntje Ravensteijn nog wel mee in het huishouden van haar kleindochter Truus de Swart-Koop in Beverwijk. Zij overleed op 26 januari 1918 op maar liefst 90-jarige leeftijd.



Kopie van het bidprentje voor Trijntje Ravensteijn
(klik ter vergroting)


Schoonzoon naar Brazilië

Jan Koops dochter Agatha was op 2 februari 1873 getrouwd met bakkersknecht Lourens Johannes Zweet, die op 25 juli 1851 in Berkhout nabij Hoorn geboren was. Na hun huwelijk gingen zij in Hoorn wonen waar Lourens broodbakker werd en zij vier zonen en een dochter kregen. Agatha Koop overleed echter al op 27 april 1887, slechts 37 jaar oud.

In juli 1888 verhuisde Lourens Zweet met zijn kinderen Johannes Louwris, Adrianus Albertus, Albertus, Jacobus en Catharina Maria naar Amsterdam, waar ze woonruimte betrokken in de Disselgang in de Haarlemmer Houttuinen. In mei 1889 verhuisden ze naar een kamer aan de Haarlemmer Houttuinen 151.*

Nadat zijn schoonvader Jan Koop op 6 april 1889 overleden was, regelde Lourens Zweet samen met de overige erfgenamen nog de afwikkeling van diens nalatenschap, die hij op 3 oktober bij notaris De Feyfer in Medemblik ondertekende.* Niet lang daarna emigreerde hij met zijn kinderen naar Zuid-Amerika.*

Blijkens enkele krantenberichten overleed Lourens Johannes Zweet in augustus 1930 in Brazilië. Hij werd daar Lourenço João Zweet genoemd en was 79 jaar geworden. In de parochiekerk van de H.H. Cyriacus en Franciscus te Hoorn liet zijn broer Jacob Zweet op 3 september een gezongen uitvaartdienst voor hem houden.*

Zijn dochter Catharina Maria Zweet trouwde in 1908 in São Paulo met Antonio Venceslau Vieira en zoon João Zweet trad rond 1910 in het huwelijk met Rita Philipsen. Nakomelingen van hen leven tot op de dag van vandaag in São Paulo.





IX.B.b. TEUNIS KOOP

Land/bouwman te Hoog en Laag Zwaagdijk (gem. Zwaag) en te Hem (lees meer).

Zoon van Jacob Koop en Trijntje Lansman
Geboren te Wervershoof op 29 december 1832
Overleden te Hem (gem. Venhuizen) op 27 november 1919 (87 jr.)
Begraven op 2 december op het RK-kerkhof te Hem

Gehuwd te Zwaag op 8 mei 1857 met:
Geertje Weel
Dochter van Cornelis Weel en Marijtje Meester
Geboren te Wervershoof op 9 mei 1832
Overleden te Lisserbroek (gem. Haarlemmermeer) op 17 juni 1923 (91 jr)
Begraven op 21 juni te Lisse

Uit dit huwelijk geen kinderen.


Nalatenschap van Teunis Koop

Blijkens de memorie van successie overleed Teunis Koop zonder bloedverwnaten in de rechte linie na te laten. Bij testament van 5 augustus 1919 voor notaris P. Hanegraaf te Hoogkarspel benoemde hij zijn vrouw Geertje Weel tot enig erfgenaam. Zijn nalatenschap beliep de helft van de huwelijksgemeenschap, zijnde ƒ 17.008,35 : 2 = ƒ 8504,17. De begrafeniskosten bedroegen ƒ 300,- zodat uiteindelijk ƒ 8204,17 belast werd.

Nalatenschap van Geertje Weel

Teunis' weduwe Geertje Weel overleed te Lisserbroek in de Haarlemmermeer op 17 juni 1923 in de leeftijd van maar liefst 91 jaar. Haar executeur-testamentair was Hendrikus Johannes Appelman uit haar familie die voor de successiebelasting aangaf dat zij overleed zonder nakomelingen in rechte linie na te laten.

Het saldo van haar nalatenschap beliep ƒ 16.493,65 en bestond voornamelijk uit effecten, waaronder Russische en Amerikaanse. Dit bedrag werd conform haar testament van 5 augustus 1919, verleden voor bovengenoemde notaris Hanegraaf, als volgt verdeeld: eerst diverse legaten, o.a. aan diverse Katholieke instellingen in Hem-Venhuizen.

Daarna volgden de erfstellingen: de ene helft van haar nalatenschap moest naar evenredigheid volgens de wettelijke verdeling bij versterf verdeeld worden onder haar bloedverwanten (familie Weel), de andere helft onder de kinderen van de overleden broers en zusters van haar overleden echtgenoot, ook ieder voor een gelijk deel.

Dat hield in dat elk van de volgende personen 1/16 (oftewel ƒ 1030,85) verkreeg: Jacob en Elisabeth Koop als kinderen van wijlen Jan Koop en Trijn Ravenstein, Jacobus en Trijntje Koedoder als kinderen van wijlen Arie Koedoder en Lijsbeth Koop, Johanna, Geertje en Jacob Manshande als kinderen van wijlen Frederik Manshande en Antje Koop en tenslotte Dieuwertje Weel als dochter uit het huwelijk van Antje Koop met Cornelis Weel.



Kopie van het bidprentje voor
Teunis Koop en Geertje Weel
(klik ter vergroting)





IX.B.c. JACOB KOOP

Vanaf 1869 arbeider en vervolgens landbouwer te Sijbekarspel

Zoon van Cornelis Koop en Reinoutje Koopman (zie VIII.B.b.)
Geboren te Zwaag op 5 september 1845
Overleden te Hoogwoud op 10 januari 1924 (78 jr.)

Gehuwd te Sijbekarspel op 11 april 1872 met:
Jantje Kool
Dochter van Pieter Kool en Aaltje Hand
Geboren te Sijbekarspel op 26 juli 1845
Overleden aldaar op 9 mei 1908 (62 jr.)

Uit dit huwelijk geen kinderen.


Jacob Koop woonde aanvankelijk te Wervershoof en sinds 20 december 1869 te Sijbekarspel aan de WZ Achterwijzend, eerst op nr. 92 en vervolgens op nr. 87. Daar overleed zijn vrouw Jantje Kool, waarna na Jacob naar Hoogwoud vertrok, waar hij zelf overleed in 1924.




Vervolg: Generatie X



P.J.F. Koop © juli 2004


.