---

Snel naar: Jacob Koop - Cornelis Koop

---

VIII.B.a. JACOB KOOP

Land-/bouwman te Onderdijk en Hoog- en Laag-Zwaagdijk in de gemeente Wervershoof (lees meer).

Zoon van Jan Koop en Lijsbeth Schoenmaker (zie VII.B.b.)
Gedoopt te Wervershoof op 26 januari 1803
Overleden te Hoog en Laag Zwaagdijk op 21 mei 1859 (56 jr.)

Gehuwd te Medemblik op 30 juni 1822 met:

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Jan

2. Lijsbeth

3. Teunis

4. Antje

5. Trijntje

6. Trijntje

7. Teunis

8. Antje

9. Trijntje

10. Marijtje


Vrouw en kinderen

Blijkens zijn huwelijksakte woonde Jacob Koop vóór zijn huwelijk te Onderdijk en was hij boerenknecht, zijn aanstaande vrouw Trijntje Lansman was naaister en woonde in Medemblik bij de Westerpoort (wijk 4, nr. 86). Zij was de oudste van de twee dochters van Teunis Ariens Lansman, die geboren was aan de Onderdijk, maar later sjouwerman en portier te Medemblik was.

Samen kregen zij 10 kinderen, van wie er slechts vier de volwassen leeftijd bereikten. Uit personen die samen met Jacob meermaalen het overlijden van een kind aangaven blijkt wie kennelijk goede vrienden of bekenden van hem waren: veldwachter Jan Hoffer in 1830, herbergier Cornelis Korting in 1837 en landman Pieter Hokkeling in 1839.

Nalatenschap

Jacob Koop overleed op 21 mei 1859 in Hoog- en Laag-Zwaagdijk, op de nog relatief jonge leeftijd van 56 jaar. Op 26 juli 1852 had hij bij notaris Christian J. Merens te Medemblik een testament gemaakt, waarbij hij zijn vrouw tot enig erfgenaam benoemde.

Uit de aangifte van de nalatenschap van 18 augustus 1859 blijkt dat Jacob Koop flink wat stukjes grond naliet:


Wat de waarde van dit onroerend goed was vermeldt de memorie van aangifte niet. Deze werd ondertekend door alle erfgenamen, waarbij werd aangetekend dat Elizabeth Koop en Frederik Manshanden met een kruisje tekenden omdat zij niet konden schrijven.*

---

VIII.B.b. CORNELIS KOOP

Landman te Hoog- en Laag-Zwaagdijk in de gemeente Zwaag.

Zoon van Jan Koop en Lijsbeth Schoenmaker (zie VII.B.b.)
Geboren te Hoog en Laag Zwaagdijk (gem. Zwaag) op 22 februari 1812
Overleden te Wervershoof op 27 juni 1870 (58 jr.)

Gehuwd te Zwaag op 21 april 1837 met:

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Elisabeth

2. Marijtje

3. Marijtje

4. Antje

5. Jacob

6. Trijntje


Cornelis huwde met Reinoutje Koopman. Zij zal geen onbekende voor hem zijn geweest, want de familie Koopman behoorde reeds lang tot de naaste bekenden van de familie Koop. Haar grootmoeder van vaderszijde, Trijn Maartens Coster, was een dochter van Maarten Jacobsz Coster alias Molenaar, die optrad als voogd over de kinderen van Claas Lieves (zie V.B.a.). Haar betovergrootvader Cornelis Pietersz Coopman was de broer van Marij Pieters Laen, de vrouw van Dirk Struijver (zie IV.B.b.).

Over Cornelis' dochter Antje en haar tweede man Jan Ruiter werd in het boekje Oud Andijk in Beeld verteld: "een kinderloos echtpaar, leden een marginaal bestaan. Ze leefden van schnabbeltjes, giften en gaven voortkomende uit o.a. muzikale onkunde van Jan, die (wijs genoeg) buiten Wervershoof de mook ten gehore bracht."

---

Vervolg: Generatie IX